• kalk·put
enkelvoud meervoud
naamwoord kalkput kalkputten
verkleinwoord kalkputje kalkputjes

de kalkputm

  1. put waarin men natte gebluste klak bewaart
    • Tot nog toe werden enkel vondsten uit de dertiende eeuw of later teruggevonden. Ook werden enkele kalkputten teruggevonden, het allereerste bewijs dat de vroegere bewoners leerlooiers, of huidenvetters, waren. [2] 
    • Werners boek is indrukwekkend door de volledige afwezigheid van melodrama. De stijl is bijna die van een verhoor: sober, gericht op het weergeven van de feiten. Zelfs als Werner verhaalt hoe twee van zijn broers om het leven kwamen, zijn de zinnen droog en zakelijk: 'Zij werden net als alle andere joden in Gorzków opgepakt en naar Izbica overgebracht. Daar verscholen ze zich in de bossen en in de kalkputten waar de hele omgeving van vergeven was. [3] 
88 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]