kalen
- ka·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kalen |
kaalde |
gekaald |
zwak -d | volledig |
kalen
- ergatief kaal op het hoofd worden
- Hij is pas dertig, maar kaalt al wat op zijn kruin.
- (scheepvaart) een schip van zijn takelage of tuig ontdoen
2. een schip van zijn takelage of tuig ontdoen
- Het woord kalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kalen" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be