kadetje
- [A] Geluid: kadétje (hulp, bestand)
- IPA: / kaˈdɛcə / (3 lettergrepen)
- [B] Geluid: kádetje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkadəcə / (3 lettergrepen)
- ka·det·je
- ka·de·tje
- [A] afgeleid van kadet zn met het achtervoegsel -je
- [2] in de betekenis van ‘broodje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1823 [1]
- [B] afgeleid van kade zn met het achtervoegsel -tje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | kadetje | kadetjes |
[A] het kadétje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kadet
- alleen verkleinwoord (voeding) zacht broodje in de vorm van een bol
- Kun jij me nog een kadetje geven?
- In de betekenis "zacht broodje" is er geen verschil in betekenis tussen "kadet" en "kadetje", het verkleinwoord is de gangbare vorm.
[B] het kádetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kade
- Het woord kadetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kadetje" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kadetje" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be