• jut·mis
enkelvoud meervoud
naamwoord jutmis jutmissen
verkleinwoord jutmisje jutmisjes

de jutmisv / m

  1. een mis die zou worden opgedragen aan de niet bestaande Sint-Jut (en dus nooi opgedragen wordt)
     Treurig is ook dat in andere Europese landen bodemas tot sint-jutmis zal worden toegepast onder snelwegen.[3]
  • met sint-jutmis
van iets dat het nooit zal gebeuren; nooit
27 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. jutmis op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Thomas van Belzen
    “Green Deal bodemas zo lek als een mandje” (9 maart 2012) op cobouw.nl
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be