junikever
  • ju·ni·ke·ver
enkelvoud meervoud
naamwoord junikever junikevers
verkleinwoord

de junikeverm

  1. (kevers) Amphimallon solstitiale   een kever uit de familie bladsprietkevers (Scarabaeidae  )
     Engerlingen zijn larven van onder meer de mei– en de junikever.[2]
43 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Boer mag engerling aanpakken” (28-09-2009), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be