Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jong·leer·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jongleerster jongleersters
verkleinwoord jongleerstertje jongleerstertjes

Zelfstandig naamwoord

de jongleersterv

  1. (cultuur) (beroep) de artieste die zo veel mogelijk objecten weet op te gooien en weer weet op te vangen, zonder dat er één op de grond terecht komt (die jongleert)
    • Wat die jongleerster doet moet je jong leren, anders lukt het je nooit. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid