• jong·leer·der
enkelvoud meervoud
naamwoord jongleerder jongleerders
verkleinwoord jongleerdertje jongleerdertjes

de jongleerderm

  1. (cultuur) (beroep) de artiest die zo veel mogelijk objecten weet op te gooien en weer weet op te vangen, zonder dat er een op de grond terecht komt (die jongleert)
    • Wat die jongleerder doet moet je jong leren, anders lukt het je nooit.