Een jollenman laat een passagier opstappen op zijn jol
  • jol·len·man
enkelvoud meervoud
naamwoord jollenman jollenmannen
verkleinwoord - -

de jollenmanm

  1. (beroep) (historisch) iemand die met een roeiboot passagiers vervoert
     Het theater is nu niet ver meer, maar hij heeft genoeg van het lopen.
    “In westelijke richting!”
    ―“Waar naartoe?”
    “Whitefriars Stairs.”
    ―“Natuurlijk, mijnheer, stap maar in.”
    Hij vindt een plekje, betaalt de jollenman, bewondert korte tijd de zwanen die op de Theems drijven en sluit dan zijn ogen. Het ritmische plonzen van de roeispanen in het water en het bijkomende zachte piepen van de dollen hebben een kalmerende uitwerking op hem.
    [2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Robin van Koert
    “Een onverwachte ontmoeting – Londen, 1612” (24 december 2016) op historischeverhalen.nl