• ji·had·ge·zin
enkelvoud meervoud
naamwoord jihadgezin jihadgezinnen
verkleinwoord

het jihadgezino

  1. (religie)(militair) gezin waarvan één of meer leden deelnemen aan de gewapende jihad
     Clownspiet, jihadgezin en stemfie. Een kleine greep uit de tien genomineerden voor het Woord van het Jaar. Maar welke woorden haalden de shortlist nét niet? En waarom? Ton den Boon, hoofdredacteur van organisator Van Dale, schrapte een groot aantal genomineerde woorden. Daarvan deelt hij een aantal pareltjes met ons, plus zijn inzichten.[1]
     Eén van de 'jihadgezinnen' uit Huizen die vorig jaar werden opgepakt, blijkt niks met de jihad te maken te hebben, meldt de Volkskrant. De zaak tegen de 34-jarige vader en 32-jarige moeder van het gezin werd in september al geseponeerd, maar hun namen werden door de AIVD nooit publiekelijk gezuiverd.[2]
  1.   Weblink bron “Géén woord van het jaar: seksrabbijn en jacuzzimeisje” (Dinsdag 25 november 2014, 16:48), NOS
  2.   Weblink bron “'Opgepakt gezin uit Huizen had niets te maken met jihad'” (Zaterdag 19 december 2015, 11:05), NOS