jihad
- ji·had
- Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘heilige oorlog’ voor het eerst aangetroffen in 1907 [1]
- Leenwoord uit het Arabisch jihād (strijd) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jihad | jihads |
verkleinwoord | - | - |
de jihad m
- (religie) religieuze inspanning bij de moslim
- (militair) een heilige oorlog van moslims tegen niet-moslims
- Het woord jihad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jihad" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "jihad" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ jihad op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be