jezuïtisch
- Geluid: jezuïtisch (hulp, bestand)
- je·zu·i·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | jezuïtisch | jezuïtischer | |
verbogen | jezuïtische | jezuïtischere | |
partitief | jezuïtisch | jezuïtischers | - |
jezuïtisch [2]
- betrekking hebbend op een jezuïet
- van de jezuïeten; sluw
- Het woord jezuïtisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.