Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jeugd·lief·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeugdliefde jeugdliefdes
verkleinwoord jeugdliefdetje jeugdliefdetjes

Zelfstandig naamwoord

de jeugdliefdev

  1. iemand waarop je verliefd was tijdens je jeugd
    • Zij is met haar jeugdliefde getrouwd. 
    • 'Liefde in tijden van Cholera' is een roman geschreven door Gabriel García Márquez met als onderwerp een jeugdliefde. 
Synoniemen
  1. kalverliefde

Gangbaarheid