jachtpaviljoen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jacht·pa·vil·joen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jacht en paviljoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jachtpaviljoen | jachtpaviljoenen |
verkleinwoord | jachtpaviljoentje | jachtpaviljoentjes |
Zelfstandig naamwoord
het jachtpaviljoen o
- buitenverblijf dat voor de jacht wordt gebruikt
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'jachtpaviljoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.