jaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jaag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
jagen |
jaag
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jagen
- Ik jaag.
- gebiedende wijs van jagen
- Jaag!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jagen
- Jaag je?
Afrikaans
Uitspraak
- IPA: /jɑːχ/
Woordafbreking
- jaag
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
jaag /jɑːχ/ |
gejaag /χəˈjɑːχ/ |
volledig |
Werkwoord
jaag
Schrijfwijzen
- Arabische transcriptie: یَاخْ.
Synoniemen
Papiaments
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Nederlandse jagen.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | onvoltooid deelwoord |
voltooid deelwoord |
jaag |
- - |
gejaag |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
jaag
Schrijfwijzen
- Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: yag.