Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·za·me·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inzameling inzamelingen
verkleinwoord inzamelingetje inzamelingetjes

Zelfstandig naamwoord

de inzamelingv

  1. het inzamelen van geld voor een goed doel, of het inzamelen van goederen voor hergebruik (bijvoorbeeld kleding opnieuw dragen of een apparaat opnieuw gebruiken) en/of recycling (verwerking van de materialen waar de goederen uit bestaan)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be