inzakking
- in·zak·king
- Naamwoord van handeling van inzakken met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inzakking | inzakkingen |
verkleinwoord |
de inzakking v
- een schadelijke daling of vermindering
- Aruba heeft het tekort de afgelopen jaren laten oplopen in een poging de economie te beschermen tegen de gevolgen van de inzakking van het toerisme tijdens de internationale recessie van 2009 en van de sluiting van de olieraffinaderij in de jaren daarna. [2]
- De opening van het gespaard gebleven deel van 't Loon was ook rond deze tijd voorzien. Het winkelcentrum werd gesloten na de inzakking van een deel ervan eind november vorig jaar. Van de 50 winkels moesten er vervolgens 10 gesloopt worden. [3]
- Het woord inzakking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inzakking" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 09-08-2013 IMF: Aruba moet tekort aanpakken
- ↑ Tubantia 09-02-12 Winkelcentrum 't Loon dit weekend weer open
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be