Nederlands

  Niet te verwarren met: Inwijdingsfeest
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·wij·dings·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inwijdingsfeest inwijdingsfeesten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het inwijdingsfeesto

  1. feestelijke ingebruikname van iets
     Ik bedacht dat ik de mensen die ik in het scherengebied had leren kennen kon uitnodigen voor een inwijdingsfeest nadat het huis uit de puinhopen herrezen was.[3]
  2. feestelijke gebeurtenis waarin iemand lid wordt van een bepaalde club of organisatie
     Het inwijdingsfeest in Geleen ging niet door. De nieuwe leden zijn in Duitsland ingewijd. Vandaag werd bekend dat de motorclub een nieuwe afdeling opent in Heerhugowaard.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. inwijdingsfeest op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  4.   Weblink bron “Meer wapens in Bandidos-woning” (27-03-2014), NOS