Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·trek·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord intrekking intrekkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de intrekkingv

  1. het ongeldig verklaren van iets
    • Uitreizen wordt moeilijker voor jihadgangers en hun uitkeringen worden stopgezet. Zij worden strafrechtelijk vervolgd en riskeren intrekking van het Nederlanderschap na een veroordeling. [1] 
Synoniemen
  1. ontbinding, terugneming, herroeping, revocatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Troonrede 2016