integraaloperator

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·te·graal·ope·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord integraaloperator -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de integraaloperatorm

  1. (wiskunde) deze operator is de inverse van de differentiaaloperator, werkt op een functie en heeft als resultaat een primitieve van die functie
Vertalingen

Gangbaarheid