• in·te·gen·deel

integendeel

  1. luidt een verrassende tegenstelling in
    • Hij is niet ontslagen. Integendeel, hij heeft zelfs promotie gekregen. 
     Ik dacht eerst dat ik tijdens dit experiment niet veel plezier zou hebben en misschien zelfs door de hikers zou worden genegeerd. Maar integendeel, ik heb in jaren niet zoveel gelachen.[2]
     De mensen thuis hadden het Duitse expeditieleger niet zoals de Denen met open armen ontvangen. Integendeel.[3]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1. integendeel op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be