instrumentair
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·stru·men·tair
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse instrumentaire of van instrument met het achtervoegsel -air
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | instrumentair | instrumentairder | instrumentairst |
verbogen | instrumentaire | instrumentairdere | instrumentairste |
partitief | instrumentairs | instrumentairders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
instrumentair
- (juridisch) voor de vorm
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord instrumentair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.