inkomend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  inkomend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·ko·mend

Werkwoord

vervoeging van:	inkomen
verbogen vorm:	inkomende

inkomend

1. onvoltooid deelwoord van inkomen

	stellend
onverbogen	inkomend
verbogen	inkomende
partitief	inkomends

Bijvoeglijk naamwoord

inkomend

1. van iets of iemand dat het ergens arriveert

   • Bij het nagebootste ongeval werd gespeeld dat iemand in een chemokar klem zat. Witbreuk: "Toen we erheen liepen, bleek al dat onze portofoons niet werkten: ik kreeg wel inkomend geluid door maar de bevelvoerder hoorde mij niet.  
   • Van 2009 tot en met 2013 betaalde een handjevol leden (op toen 766) minder dan 70.000 tot iets meer dan 132.000 euro terug. In 2014, een verkiezingsjaar met een uittredend en nieuw inkomend Parlement, betaalden 20 leden een kleine 572.000 euro terug. Daarna zakten de terugstortingen weer tot een kleine 293.000 euro in 2015 (door 14 leden) en iets meer dan 117.000 in 2016 (door 13).  
   • Van homo sapiens - de verstandige mens - zijn we homo interruptus geworden, aldus de stressexpert. ,,Als mensen erin slagen dat te doorbreken, valt er een last van hun schouders. 'Voor het eerst sinds tijden heb ik een boek gelezen,' roepen ze dan. Ze ontdekken wat het oplevert om geconcentreerd met één ding bezig te zijn. Niet alleen tijd, maar ook voldoening en tevredenheid. Een ander gevoel dan de verslavende fun van multitasken, de kortstondige kick van een inkomend mailtje.  
   • De FAA heeft aangekondigd dat vliegtuigen voorlopig niet mogen vertrekken vanaf LAX. De maatregel zou tot tien uur 's avonds lokale tijd duren. Ook het inkomend vliegverkeer is tot een halt geroepen.  

Synoniemen

• binnenkomend, arriverend, ingaand

Vertalingen

    1. van iets of iemand dat het ergens arriveert   

Engels: incoming (en)

Gangbaarheid

• Het woord inkomend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.