inkarnaat
- (Fr.-It.)
- in·kar·naat
- afgeleid van het Latijnse incarnatum met het achtervoegsel -aat [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | inkarnaat |
verbogen | inkarnate |
inkarnaat
- (kleur) vleeskleurig, hoogrood, rozerood
- Met gloeiend inkarnate wangen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inkarnaat | inkarnaten |
verkleinwoord | - | - |
het inkarnaat o
- (kleur) vleeskleur, hoogrode kleur, kleur tussen kersrood en rozerood
- Het inkarnaat der lippen.
- Het woord inkarnaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inkarnaat" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ inkarnaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be