• ini·ti·a·tief
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanstichting’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
  • afgeleid van initiatie met het achtervoegsel -ief [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord initiatief initiatieven
verkleinwoord initiatiefje initiatiefjes

het initiatiefo

  1. het ter hand nemen van iets nieuws
    • Initiatieven voor ecotoerisme op de Malediven bestaan, maar zijn een druppel op de gloeiende plaat. [3] 
    • ,,We hechten als CDA zeker aan de christelijke tradities’’, zei fractieleider Dirk Getkate de voorbije week in de raad. ,,Maar voor ons is gespreide verantwoordelijkheid die ook bij partners uit de samenleving ligt, van belang. Daarom gaan wij mee in maatschappelijke initiatieven. Wij ondersteunen wel van harte de bestaande vrijheid om als ondernemer of inwoner hieraan niet mee te doen.’’ [4] 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]