privé-initiatief


  • pri·vé-·ini·ti·a·tief
enkelvoud meervoud
naamwoord privé-initiatief privé-initiatieven
verkleinwoord privé-initiatiefje privé-initiatiefjes

het privé-initiatiefo

  1. het door particulieren starten van een activiteit
    • De speeltuin was als een privé-initiatief van de buurtbewoners ingericht; ze wilden niet wachten op actie van de gemeente.