infanteriedivisie

Nederlands

 
gedenkmonument infanteriedivisie
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·fan·te·rie·di·vi·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord infanteriedivisie infanteriedivisies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de infanteriedivisiev

  1. (militair) legeronderdeel bestaande uit 10.000 tot 25.000 manschappen die te voet vechten
     Hij deed dienst in Compagnie A, 3de bataljon, 8ste infanterie, 4de infanteriedivisie.[1]
     De bewaking van de brug is in handen van de 716e Infanteriedivisie; een Duits leger dat geen enkele gevechtservaring heeft. De divisie bestaat vooral uit afgekeurde soldaten en dwangarbeiders.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron
    Floris van den Driesche
    “Bénouville: sleutel tot succes D-day” (06-06-2014), NOS