indompeling
- Geluid: indompeling (hulp, bestand)
- in·dom·pe·ling
- naamwoord van handeling van indompelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indompeling | indompelingen |
verkleinwoord |
de indompeling v
- iets of iemand in een hoeveelheid vloeistof doen
- ▸ Waarom deed ik dit? Het was tijd voor een indompeling in het wak.[2]
- Het woord indompeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)“Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832