• in·der·tijd

indertijd

  1. in die periode, meestal een omstandigheid aanduidend die in de huidige tijd niet meer geldt
    • Indertijd was het niet mogelijk televisiebeelden van de andere kant van de oceaan rechtstreeks te laten zien, maar alleen op film. 
95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be