van het Latijnse incus, aambeeld

  • in·cus
enkelvoud meervoud
naamwoord incus -
verkleinwoord - -

de incusm

  1. (meteorologie) een paddenstoelvormige wolk die zich soms boven een buienwolk ontwikkeld
  2. (anatomie) een van de gehoorbeentjes van zoogdieren, een minuscuul botje dat in het middenoor zit, dat de hamer verbindt met de stijgbeugel via het incudostapediale gewricht