inburgeringsexamen
- in·bur·ge·rings·exa·men
- samenstelling van inburgering en examen met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inburgeringsexamen | inburgeringsexamens |
verkleinwoord | inburgeringsexamentje | inburgeringsexamentjes |
het inburgeringsexamen o
- examen dat immigranten moeten afleggen voordat ze zich definitief in Nederland mogen vestigen
- Het inburgeringsexamen is onvoldoende als startkwalificatie op arbeidsmarkt.
- Het inburgeringsexamen bevat een deel over de Nederlandse taal, een deel over de Nederlandse samenleving en een deel overde Nederlandse arbeidsmarkt.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord inburgeringsexamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.