inburgeringscursus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·bur·ge·rings·cur·sus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inburgeringscursus inburgeringscursussen
verkleinwoord inburgeringscursusje inburgeringscursusjes

Zelfstandig naamwoord

de inburgeringscursusm

  1. (onderwijs) cursus voor immigranten om te helpen in te burgeren in het land waarin zij zijn komen wonen

Meer informatie

Gangbaarheid