inburgeringscontract
- in·bur·ge·rings·con·tract
- samenstelling van inburgering en contract met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inburgeringscontract | inburgeringscontracten |
verkleinwoord | - | - |
het inburgeringscontract o
- afspraak tussen de overheid en een zich hier vestigende immigrant waarbij beide partijen zich verplichten tot inspanningen die een spoedige integratie mogelijk moeten maken
- Het woord inburgeringscontract staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.