Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·breuk·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inbreukzaak inbreukzaken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de inbreukzaakv / m

  1. (juridisch) rechtsgeding over een schending van iemands auteursrecht of een ander intellectueel eigendomsrecht
     De rechter liet zich in bovengenoemde inbreukzaak niet uit of de Lamzac auteursrechtelijk was beschermd, maar dat is wel aannemelijk.[1]
  2. (politiek) (juridisch) procedure van de Commissie van de EU voor het Hof van Justitie van de Europese Unie tegen een of meer lidstaten die hun verplichtingen niet nakomen
     Wat de door het geachte Parlementslid aangehaalde inbreukzaak betreft, heeft de Commissie op 29 oktober 2009 een met redenen omkleed advies aan de Nederlandse autoriteiten toegezonden.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Anouk Siegelaar
    “Bescherming vormgeven” (winter 2017/2018) op nlo.eu
  2.   Weblink bron
    Michel Barnier
    “Antwoord op parlementaire vraag E-0663/2010” (26 april 2010) op europarl.europa.eu