Nederlands

 
inbeslagname van radiozendschip Veronica
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·be·slag·na·me
Woordherkomst en -opbouw
  • afleding van in beslag nemen [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord inbeslagname inbeslagnamen
inbeslagnames
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de inbeslagnamev / m

  1. (juridisch) een civielrechtelijke of strafrechtelijke maatregel die iemand de beschikking over een voorwerp of vermogensrecht ontneemt of beperkt ten behoeve van een ander (het civiele recht) of de maatschappij (het strafrecht)
    • Gezien de omvang van de gevonden partij drugs waren er waarschijnlijk andere personen of groepen bij betrokken, die door de inbeslagname een groot verlies hebben geleden.[2] 
    • De inbeslagname heeft in de visie van justitie een schat aan bewijs opgeleverd tegen vele criminelen. De aanklagers in de zaak tegen 'Noffel' zien in het uit de server opgediepte mailverkeer volop bewijs dat hij de smartphone gebruikte waarmee de moordpoging werd aangestuurd.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen