Een bloemstuk uit de traditie van ikenobo.
  • ike·no·bo
  • van Japans 池坊 (ikenobō) "vijverhut", omdat de shintopriesters die als eersten deze stijl gebruikten, in een klein huisje bij een vijver woonden [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ikenobo -
verkleinwoord - -

het ikenoboo

  1. oudste stijl van Japanse bloemschikkunst
    • Wil heeft de tablet al uit haar tas gehaald, en kan binnen dertig seconden het antwoord geven. „Alsjeblieft Koos, kijk maar, hier staat het. Ikenobo is de oudste vorm van ikebana.” [2]
5 % van de Nederlanders;
7 % van de Vlamingen.[3]