ik ben weg

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ik ben weg    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɪɡbɛmˌwɛx / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ik ben weg

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  ik, ben  en weg

Frase

ik ben weg

1. ik ben op een andere plaats dan voorheen of dan gewoonlijk

   ▸ Heeft u nog weleens contact met Horowitz? „Sinds ik hier ben? Ik denk het niet. Ik ben weg uit die wereld. Maar ik wil niet de indruk wekken dat dat een bewuste beslissing is. (…)"

   ▸ Hans Laroes heeft zelf ooit gezegd: de journaal-redactie stemt PvdA en GroenLinks. Dat is een heel beschadigende uitspraak geweest voor de redactie. Maar hij is nog steeds hoofdredacteur, en ik ben weg.

   ▸ Ik ben even weg, maar ik kan u vertellen wat ik doe om op de hoogte te blijven. Elke ochtend luister ik naar de Wereldomroep en elke middag snel ik naar de kiosk, tijdens het boodschappen doen, om een krant te kopen.

2. ik ben verdoofd, bewustzijn

   ▸ Ik ben blij de oogarts nog even te spreken voor ik onder narcose ga. Even diep zuchten en ik ben weg.

3. (informeel) ik vertrek, ik ga

   ▸ Brandende vraag: komt er inderdaad een einde aan onze broze democratie en breekt er binnenkort een heuse burgeroorlog uit? (…) Conclusie? Ik ben weg. Lang en ver. Vakantie? De financieel weer gezonde KLM noemt het een vlucht. En zo noem ik het dit keer ook.

   ▸ Russische bondscoach Capello: ‘Betaal me of ik ben weg’.

Synoniemen

• ik ben ermee weg (Belgisch-Nederlands)

Opmerkingen

• De frase "ik ben weg van" is een verbogen vorm van de uitdrukking "weg zijn van".

Gangbaarheid

• Het woord 'ik ben weg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.