1. Met een identiteitschip aan je schoen kan bij een race met veel deelnemers toch je individuele tijd worden vastgesteld.
  • iden·ti·teits·chip
enkelvoud meervoud
naamwoord identiteitschip identiteitschips
verkleinwoord identiteitschipje identiteitschipjes

de identiteitschipm

  1. (informatica) electronica op een klein stukje halfgeleiderkristal gebruikt om snel en betrouwbaar vast te stellen wie je bent
     Een kat in de Amerikaanse staat Californië is tien jaar na zijn verdwijning terugbezorgd bij zijn baasje. Zijn terugkeer is te danken aan de identiteitschip die zijn baasje onder de huid van het dier had laten aanbrengen.[1]
  • Als het nodig is om verwarring over de opbouw van het woord te voorkomen, kan volgens de toelichting bij spellingregel 6.C ook de schrijfwijze met een koppelteken worden gebruikt: identiteits-chip.
 In juli stond de identiteits-chip (RFID) centraal.[2]
  1.   Weblink bron Kat na tien jaar terug dankzij chip in: Provinciale Zeeuwse Courant  , jrg. 246 nr. 231 (27 september 2003), p. 5 kol. 6/7
  2.   Weblink bron
    J. Hippe e.a.
    Kroniek 2005. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2005 : ChristenUnie jaaroverzicht 2005 in:
    G.Voerman (red.) 
    Jaarboek 2005 (2006), Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen Groningen, p. 30-37