Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hyp·no·tis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hypnotisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het hypnotismeo

  1. de praktijk van het hypnotiseren: het onder hypnose brengen van mensen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid


Frans

Uitspraak
    • IPA: /ip.nɔ.tism/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  hypnotisme     l'hypnotisme     hypnotismes     les hypnotismes  

Zelfstandig naamwoord

hypnotisme m

  1. hypnotisme