Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hy·per·bo·lisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hyperbolisch hyperbolischer
verbogen hyperbolische hyperbolischere
partitief hyperbolisch hyperbolischers -

Bijvoeglijk naamwoord

hyperbolisch [1]

  1. de vorm van een hyperbool hebbend of daarop lijkend
  2. (letterkunde) als in een hyperbool d.w.z. zwaar overdreven
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen