huurwaardeforfait

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  huurwaardeforfait    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• huur·waar·de·for·fait

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  huur zn,   waarde zn  en  forfait zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	huurwaardeforfait	huurwaardeforfaits
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het huurwaardeforfait o

1. (economie) bedrag dat wordt opgeteld bij het belastbaar inkomen als men eigenaar is van een woning

   ▸ Grapperhaus was bewindsman in het kabinet de Jong van 1967 tot 1971. Hij was in die periode verantwoordelijk voor de invoering van de btw. Ook introduceerde hij het huurwaardeforfait.

   ▸ Daarom wordt ook het huurwaardeforfait ingevoerd: een belasting op de fictieve huurwaarde van de woning.

Synoniemen

• eigenwoningforfait

Gangbaarheid

• Het woord huurwaardeforfait staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.