Onder op de foto huttendekken van een passagiersschip.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hut·ten·dek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huttendek huttendekken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het huttendeko

  1. verdieping op een schip met met ruimtes voor persoonlijke huisvesting van passagiers of bemanningsleden
    • De tweede, fatale brand ontstaat in een hut op het onderste huttendek, boven het autodek. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen