hunner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hun·ner
Woordherkomst en -opbouw
Persoonlijk voornaamwoord
hunner
Bezittelijk voornaamwoord
hunner
- (verouderd), genitief enkelvoud vrouwelijk van derde persoon meervoud: hun
- Dit is het gevolg hunner vernedering.
- (verouderd), genitief meervoud van derde persoon meervoud: hun
- Dit is het land hunner vaderen.
Afgeleide begrippen
- [1] hunnerzijds
Gangbaarheid
- Het woord 'hunner' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hunner" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be