humorvol
- hu·mor·vol
- samenstelling van humor en vol
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | humorvol | humorvoller | humorvolst |
verbogen | humorvolle | humorvollere | humorvolste |
partitief | humorvols | humorvollers | - |
humorvol
- met veel humor
- De humorvolle moest altijd lachen, vooral als het hem tegenzat.
- Het woord humorvol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "humorvol" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be