humoraal
- hu·mo·raal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | humoraal | humoraler | humoraalst |
verbogen | humorale | humoralere | humoraalste |
partitief | humoraals | humoralers | - |
humoraal
- (medisch) met betrekking tot de lichaamsvochten
- Het woord humoraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "humoraal" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ humoraal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be