Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huis·pak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huispak huispakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het huispako

  1. een set dameskleding in de vorm van een joggingpak van comfortabel, warm en zacht materiaal speciaal bedoeld voor binnenshuis
    • Wendy van Dijk stopt voor de gelegenheid nog wat champagneglaasjes in haar blonde haar, maar belooft vanuit Kaapstad haar glitterjurk te verruilen voor haar huispak. [2] 
    • Rihanna draagt een enorme, oversized zwarte trui en een slobberbroek. Het merkwaardige ensemble - een soort huispak - wordt nog 'mooier' door haar schoeisel: zwarte slippers waarin de ster groene sokken draagt. Bij de foto schrijft ze één toepasselijk woord: creep, oftewel 'eng'. [3] 
    • Twitteraars zijn vrijdagavond helemaal los gegaan over de paarse outfit die NOS journaal-presentatrice Annechien Steenhuizen (38) droeg. Menigeen vroeg zich af of zij zich wellicht had laten inspireren door Teletubbie Tinky Winky. Weer anderen vermoeden dat het 'huispak' mogelijk is gekocht bij de Tilburgse stylist Roy Donders. Hoe dan ook: de reacties zijn verdeeld. Ze variëren van 'spuuglelijk' en 'pyjama' tot 'fraai' en 'gedurfd'. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen