huishoudhulp
- huis·houd·hulp
- samenstelling van huishouden zn en hulp zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huishoudhulp | huishoudhulpen |
verkleinwoord | huishoudhulpje | huishoudhulpjes |
- een persoon of dienst die helpt bij het schoonmaken en onderhouden van een huis; hulp in de huishouding
- ▸ Gemeenten die geen passende huishoudhulp meer aanbieden, moeten dat snel weer gaan doen. Maar die aanpassing moet wel zorgvuldig gebeuren om nog meer verwarring te voorkomen. Dat schrijft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) aan alle gemeenten.[2]
- Het woord huishoudhulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Gemeenten moeten weer snel huishoudhulp bieden” (vrijdag 3 juni 2016, 17:24), NOS