huisgemaakt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  huisgemaakt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• huis·ge·maakt

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  huis zn  en  gemaakt bn 

	stellend
onverbogen	huisgemaakt
verbogen	huisgemaakte
partitief	huisgemaakts

Bijvoeglijk naamwoord

huisgemaakt

1. zelfgemaakt dus niet kant-en-klaar in de winkel gekocht

   ▸ Of u voor die prijs ook verlichting zult vinden, is niet zeker, maar de kloosterzusters uit de orde van Santa Clara wonen er in elk geval nog steeds. Om hun kas te spijzen, verkopen de nonnen van oudsher huisgemaakt snoepgoed. Door het dalend aantal toetredingen en de vergrijzing waarmee ook het klooster te kampen heeft, werden de nonnen door het aartsbisdom echter aangemoedigd om extra inkomsten te zoeken.

Synoniemen

• zelfgemaakt

Gangbaarheid

• Het woord huisgemaakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.