huisadvocaat
- huis·ad·vo·caat
- samenstelling van huis zn en advocaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisadvocaat | huisadvocaten |
verkleinwoord |
de huisadvocaat m
- (beroep) (juridisch) een advocaat die verbonden is aan een bepaald bedrijf of bepaalde organisatie
- ▸ Links van mij zit de huisadvocaat van de Frankfurter Allgemeine, Herr Schmit.[1]
- ▸ Volgens Hendriks is deze aanpak niet strafbaar. "We maken iemands gezicht onherkenbaar en blurren - zoals onze huisadvocaat heeft geadviseerd - iemands kenteken."[2]
- ▸ Tot overmaat van ramp is tijdens de pandemie een achterstand ontstaan bij het opleidingstraject van chauffeurs, waardoor de aanwas van nieuwe mensen minimaal is. Inmiddels vechten werkgevers in transportindustrie om chauffeurs, met als gevolg dat de lonen stijgen. Sommige supermarktketens bieden chauffeurs nu evenveel als het salaris van een pensioenadviseur of huisadvocaat.[3]
- Het woord huisadvocaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Het dosseir” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Weblink bron “Incassobureau dreigt wanbetaler met filmpje op YouTube” (donderdag 13 juli 2017, 10:52), NOS
- ↑ Weblink bron “Personeelstekorten in Verenigd Koninkrijk: 'Moeilijkste seizoen ooit'” (zaterdag 4 september 2021, 20:44), NOS