hubbsspitssnuitdolfijn
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- hubbs·spits·snuit·dol·fijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Hubbs en en spitssnuitdolfijn zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | hubbsspitssnuitdolfijn | hubbsspitssnuitdolfijnen |
| verkleinwoord | hubbsspitssnuitdolfijntje | hubbsspitssnuitdolfijntjes |
Zelfstandig naamwoord
de hubbsspitssnuitdolfijn m
- (walvisachtigen) Mesoplodon carlhubbsi
walvisachtige uit de familie van de spitssnuitdolfijnen (Ziphiidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Moore in 1963. De soort komt voor in het noorden van de Grote Oceaan
Hyperoniemen
- spitssnuitdolfijnen, tandwalvissen, walvisachtigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'hubbsspitssnuitdolfijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.