Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hout·vrij
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen houtvrij houtvrijer houtvrijst
verbogen houtvrije houtvrijere houtvrijste
partitief houtvrijs houtvrijers -

Bijvoeglijk naamwoord

houtvrij

  1. zonder hout
     "Wij zitten nu met de gebakken peren", zegt Koning, die na meldingen van schippers de vaargeulen houtvrij maakt. De schippers zijn namelijk bang dat het hout hun schroef beschadigt. Daarom is Rijkswaterstaat begonnen met het verwijderen van het hout uit het Julianakanaal, een vaarweg van 36 kilometer tussen Borgharen en Maasbracht.[1]
  2. zonder hout als ingredient
    • Wij gebruiken vooral houtvrij papier. 


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Als het hout in de schroef komt, is het schip meteen stuurloos'” (Donderdag 7 juni 2018, 10:42), NOS